E-mail instellingen
E-mail Constanten
Voor het verzenden van e-mails, handel onderstaande instellingen volledig af.
- SMPT Serveradres, vraag het adres op bij de systeembeheerder of internetprovider.
- Afzender e-mailadres, het e-mailadres van de organisatie waar eventuele antwoorden op ontvangen kunnen worden.
- Afzender naam, de naam van de organisatie, deze wordt bij de ontvanger van de e-mail getoond.
Controleer de juistheid van de ingevoerde gegevens door voor Test te kiezen, controleer of de test e-mail in de mailbox van de afzender is ontvangen.
Indien bij het verzenden van e-mails er vanuit de Backoffice foutmeldingen optreden, kan het zijn dat door de provider of door interne beveiligingen een wachtwoord en gebruikersnaam vereist zijn. Deze instellingen zijn in de afgelopen periode door een aantal providers gewijzigd. Vraag de benodigde instellingen op bij de provider of zoek ze op via Google (SMTP + providernaam).
- Poort, de standaardpoort, indien geen andere verificatie vereist is zoals de gebruikersnaam en wachtwoord, is poortnummer 25. Wordt Versturen via SSL verbinding aangeklikt, dan zal het poortnummer gewijzigd moeten worden in 465 (SSL) of 587 (TLS). Vraag wel na bij de systeembeheerder of de gekozen poort “open” staat c.q. gebruikt kan worden.
Het kan zijn dat de poort wordt geblokkeerd door de virusscanner. Dit blijkt meestal uit onderstaande melding.
In dit geval kan via de geavanceerde beveiligingsinstellingen geprobeerd worden om een instelling te wijzigen. De geavanceerde beveiligingsinstellingen zijn te vinden in het configuratiescherm in het onderdeel Windows Firewall.
Ga naar “Regels uitgaande verbindingen” en “Micro Focus RM/COBOL”. Deze moet op ingeschakeld staan. Mocht dit al zo ingesteld zijn, bevestig dit toch door een dubbelklik en kies voor OK.