Algemeen

De volgende boekingen betreffen een jaarlijkse memoboeking op 31 december van het desbetreffende jaar. Mocht de financiële jaarafsluiting echter al gedaan zijn, dan kan de boeking ook in de beginbalans van het nieuwe jaar gemaakt worden.

BTW

1. Bepaal de grootboekrekeningen die meedoen in de BTW-aangifte:
   • BTW – betalingen (zie programma 216)
   • BTW – te vorderen (zie programma 220)
   • BTW – af te dragen (zie programma 220)
2. Via een memoboeking moeten de bedragen op de grootboekrekeningen ‘te vorderen’ (credit) en ‘af te dragen'(debet) tegengeboekt worden, zodat deze rekeningen leeg zijn.
3. Via dezelfde memoboeking moet de grootboekrekening ‘BTW-betalingen’ bijgewerkt worden met het bedrag wat het verschil is tussen ‘te vorderen’ en ‘af te dragen’. Het saldo wat dan nog blijft staan op grootboekrekening ‘BTW – betalingen’ is het saldo wat nog betaald moet worden. Deze moet overeenkomen met de laatste BTW-aangifte van het af te sluiten jaar.

Voorbeeld BTW

Stand grootboekrekeningen voor het maken van de memoboeking:

De memoboeking die gemaak wordt:

Stand na het maken van de memoboeking:

Controle met de laatste BTW-aangifte:

Loonaangifte

1. Bepaal de grootboekrekeningen die meedoen in de loonaangifte:
   • LH – betalingen (zie programma 216)
   • LH – Inhouding loonheffingen (zie programma 316/514)
   • LH – WG-aandeel AWF laag (zie programma 316/514)
   • LH – WG-aandeel hoog (zie programma 316/514)
   • LH – WG-aandel herzien (zie programma 316/514)
   • LH – WG-aandeel kindopv.toesl (zie programma 316/514)
   • LH – WG-aandeel ZW flex (zie programma 316/514)
   • LH – WG-aandeel WGA vast (zie programma 316/514)
   • LH – WG-aandeel Zvw (zie programma 316/514)
2. Via een memoboeking moeten de grootboekrekeningen ‘inhouding loonheffingen’ en alle ‘WG-aandelen’ tegengeboekt worden, zodat deze rekeningen leeg zijn.
3. Via dezelfde memoboeking moet de grootboekrekening ‘betalingen loonheffing’bijgewerkt worden met het bedrag wat het verschil is tussen ‘inhouding loonheffingen’ en ‘WG-aandelen’. Het saldo wat dan nog blijft staan op ‘betalingen loonheffing’ is het saldo wat nog betaald moet worden. Deze moet overeenkomen met de laatste loonaangiftes van het af te sluiten jaar.

VPB

1. Bepaal de grootboekrekeningen voor de VPB:
   • VPB – betalingen (zie programma 216)
   • Vennootschapsbelasting te betalen (zie programma 216)
2. Via een memoboeking moet de grootboekrekening ‘Vennootschapsbelasting te betalen’ tegengeboekt worden, zodat deze rekening leeg is.
3. Via dezelfde memoboeking moet de grootboekrekening ‘VPB – betalingen’ bijgewerkt worden. Het saldo wat dan nog blijft staan op ‘VPB – betalingen’ is het saldo wat nog betaald moet worden.