Constanten (711)
In dit onderdeel van het programma worden de constanten vastgelegd van de exportbestanden. U kunt bijvoorbeeld aangeven hoe de lay-out van een exportbestand eruit moet zien. Dit wordt bepaald door het externe programma dat u gebruikt. Standaard wordt de meest gebruikte instelling aangemaakt als u voor de eerste keer het programma start.
Per exportdefinitie kunnen afwijkende constanten worden ingegeven. Hiermee krijgt u de mogelijkheid elk te creëren exportbestand afzonderlijk aan te sturen.
Afwijkingen van de standaard dient u in overleg met de leverancier van het externe pakket vast te stellen.
Onderhoud
Headerrecord opnemen?:
De meeste applicaties werken met een header, kopregel of veldbenaming. Elk pakket gebruikt zijn eigen termen hiervoor. In de header staat de verklarende tekst van elke kolom in het exportbestand, zoals u die ook ziet op het scherm bij het selecteren van velden.
Scheidingsteken velden:
Comma-Separated zegt het eigenlijk al, ‘gescheiden door een komma’. Er zijn echter, afhankelijk van de mogelijkheden van het kantoorpakket, opties om hiervoor andere tekens te gebruiken.
Einde record teken:
Elk record dient gescheiden te worden door middel van één of meer tekens. Standaard is dit meestal een “carridge-return gevolgd door een line-feed”. Deze fraaie term is afkomstig uit het alom bekende typemachinetijdperk; “zet de wagen terug en ga naar een nieuwe regel”.
Deze carridge-return/line-feed (numerieke waarde: 13, 10) is als standaard voor u ingesteld, andere instellingen kunnen afhankelijk van het systeem ingesteld worden.
Einde bestand teken:
Een einde bestand-teken is meestal niet noodzakelijk en is derhalve ook niet standaard ingesteld. Evenals het einde record-teken kan dit systeemafhankelijk worden ingesteld.
Begrenzingsteken alfanumerieke velden:
In veel applicaties kan worden (of is standaard) ingesteld, dat rondom een alfanumeriek veld tekens staan, zodat het kantoorpakket het veld als tekst kan interpreteren. Meestal wordt gebruik gemaakt van het aanhalingsteken (“).
Begrenzingsteken numerieke velden:
Ook bij numerieke velden kan gebruik gemaakt worden van begrenzingtekens, dit komt echter weinig voor.
Teken op de plaats van de komma:
Hiermee wordt bedoeld de decimale komma in getallen. Gebruikt u als veldscheiding al een komma, dan moet een ander teken gebruikt worden om de decimale komma aan te geven, anders ziet de applicatie een gebroken getal als twee velden. Meestal wordt hier de punt gebruikt (.).
Minteken voor of achter (V/A):
Bij een getal of bedrag dat negatieve waarden kan bevatten dient het minteken voor (V) of achter (A) het getal gezet te worden. Meestal wordt dit voor het getal gezet in het exportbestand. Na het importeren kan in de applicatie meestal de lay-out van getallen bepaald worden.
Lay-out datum (1/2/3):
De lay-out c.q. opmaak van de datum kan vooraf bepaald worden. Hiervoor zijn er 3 mogelijkheden:
-
- DDMMEEJJ : op deze wijze wordt de datum aaneengesloten geëxporteerd, bijvoorbeeld 15091999.
- DD-MM-EEJJ : de datum wordt door middel van streepjes gescheiden, bijvoorbeeld 15-09-1999.
- DD MAAND EEJJ : in plaats van het maandnummer wordt de maandomschrijving meegegeven, bijvoorbeeld 15 september 1999.
In de meeste applicaties kan de opmaak van de datum meestal ook bepaald worden.
Plaats van de exportbestanden:
Hier kunt u de standaard plaats waar u de exportbestanden wilt opslaan vastleggen. Dit kan zowel lokaal op uw PC als op de server zijn. Deze standaard opslagplaats wordt u aangeboden bij het maken van een exportdefinitie, op dat moment kunt u hier alsnog van afwijken. Via de Bladerenbutton kunt u een directory aangeven. Bestaat de ingegeven directory niet, dan zal het systeem u vragen of de directory moet worden aangemaakt. Doet u dit op de server, dan dient u wel toegang (schrijfrechten) te hebben op de plaats die u specificeert.
Standaard extensie:
De meest gebruikte extensie voor comma-separated bestanden is “CSV”. Bijvoorbeeld Windows herkent deze extensie en zal bij het benaderen vanuit de Windows-verkenner direct de gekoppelde applicatie (bijvoorbeeld Excel) starten.
Raadplegen
Mogelijkheid tot het raadplegen van de ingevoerde constanten.
Afdrukken
Mogelijkheid tot het afdrukken van de ingevoerde constanten.